Vraag twee jongens of ze mee gaan naar Frankrijk en je hoort een keiharde ‘Jaaaaaaa!’ Vraag een vriendin en haar zoon of ze ook zin hebben en je hoort ‘Ouiiiiiiiiii!’ Redacteur Hanneke Mijnster vertrok lekker last-minute met een wagen volgeladen naar Domain de Dugny, een vier-sterren-camping van Siblu in de Loire-vallei. On y va!
We zijn dus geen kampeerders, mijn vriendin Jane en ik. Vooruit, ik heb wel eens eerder in een stacaravan gezeten, vorig jaar zelfs in een volledig ingerichte tent. En die vier sterren beloven op zich veel goeds. Jane en ik vallen toch vooral in de stal van de luxepaardjes, dus dit is er een in de categorie avontuur binnen de comfortzone.
Van Peugeot Nederland lenen we een dikke vette SUV, een Peugeot 3008. Het is een mooie, met een glazen dak en genoeg ruimte voor drie jongens, vijf koffers, vier flessen wijn en 20 pakken chocomel achterin. Hij rijdt als een zonnetje en samen stralen wij ons kampeeravontuur tegemoet.
Glanzende villa’s
Vanuit Haarlem rijd je met een beetje geluk in zeven uur naar Midden-Frankrijk. Wij doen er met stops en een vleugje file een uur of negen over. Het laatste uur van de reis is overigens een feest, want gut wat is de Loire-streek mooi. We slingeren door de vallei en afgebrokkelde ruïnes, verlaten straten en glanzende villa’s wisselen elkaar af.
Domain de Dugny is een vakantiepark van Siblu en ligt precies tussen Tours en Blois. Heerlijk rustig is het er, met twee prima supermarkten op een kwartier rijden verderop. Niet dat we die meteen nodig hebben, want we hebben wijn en toast voor een hele week achterin.
Bij aankomst zijn we blij verrast. Een prachtchalet hebben we, met drie slaapkamers, twee badkamers, twee toiletten, een hoekbank, een keuken met een luxe oven en een heerlijke overdekte veranda. En een barbecue! Op tafel vinden we een welkomstpakket met rosé (hoezee!) en noodles (huh?). Dat we op Koningsdag echt nog vroeg in het seizoen zitten, is duidelijk te merken. Ons straatje is nog niet voor de helft gevuld en het buitenzwembad is nog dicht. Niet dat die jongens zich er ook maar iets van aantrekken. Zodra de blazen zijn geleegd, vertrekken zij voor hun eerste bommetje binnen. Overdekt en 29 graden Celsius. Ook lekker!
Een kwartier later zitten Jane en ik samen met een glas (redelijk) koude witte, een toastje en de voetjes omhoog in de voorjaarszon. ’s Avonds komt zelfs eigenaar Jean Jacques – althans, dat verstonden we na drie keer vragen – ons een prettig verblijf wensen. Wat hebben we het hier goed!
Tour de Tours
Dat dit meteen de warmste dag blijkt, is een tikkeltje jammer. We bewonderen de visvijver en de sportvelden, maar kiezen uiteindelijk voor even rust in de tent. Veel gezwommen wordt er dus niet – en zeker niet door ons. Maar, in deze regio hoef je je geen dag te vervelen. Wij maken bijvoorbeeld voor een tripje naar Tours, een prachtig stadje met gezellige winkels, een mooie kathedraal en zalige kebab.
De volgende dag wordt het regenachtig, dus besluiten we een van de grootste kastelen in de buurt te bezoeken, Chateau Chambord. Je vindt er honderden in de buurt, maar deze lijkt ons het meest indrukwekkend: 440 kamers, 365 torens en een terrein van 5500 hectare groot.
En wat blijkt? Die ouwe kasteelheren zijn hartstikke met hun tijd meegegaan, want de jongens krijgen (oke, huren) gewoon een iPad mee met een Nederlandstalig spel. Op het scherm kun je in elke kamer zien hoe het eraan toe ging in het zestiende-eeuwse jachtkasteel. Verderop op het landgoed is voor een paar euro extra een show met paarden, ridders en roofvogels. Zeg daar maar ‘ns non tegen! We zijn er uren zoet en zelfs de zon laat zich nog van zijn beste kant zien.
Bron en hele artikel: RTL nieuws